Zorgbrug voor oudere hartpatiënten

14 jun 2021 14:46

Na een opname voor hart- of vaatziekten belanden kwetsbare ouderen vaak opnieuw in het ziekenhuis. Heropnames en voortijdig overlijden kunnen echter voorkomen worden met de juiste zorg tijdens en na ontslag. Daarom ontwikkelden en testten HvA-onderzoekers de Cardiologische Zorgbrug, een interventie voor gecoördineerde zorg tijdens de opname en na het ontslag. Op 8 juli promoveert Lotte Verweij op haar onderzoek binnen dit programma.

Lotte Verweij

Cardiologische patiënten van 70 jaar en ouder hebben een hoog risico op herhaaldelijke ziekenhuisopnames en overlijden. Na een cardiologische ziekenhuisopname wordt gemiddeld 20-25% van de patiënten heropgenomen en overlijdt 10-20% binnen zes maanden. Het risico hierop is het hoogst in de eerste paar weken na ontslag. “Ziekenhuizen, cardiologen, verpleegkundigen en wijkverpleegkundigen signaleerden dat veel van deze heropnames onnodig zijn”, zegt HvA-docent Verpleegkunde en promovenda Lotte Verweij. “Vooral kwetsbare patiënten vielen en vallen tussen wal en schip. Goede, gecoördineerde zorg in de overgang van ziekenhuis naar de thuissituatie is nodig.”

Zorg aan huis

Vanuit die gedachte werd de Cardiologische Zorgbrug opgezet: een intensief begeleidings- en revalidatieprogramma dat heropname en vroegtijdig overlijden van oudere hartpatiënten moet tegengaan. Patiënten die dat willen krijgen na de opname in het ziekenhuis een uitgebreid geriatrisch onderzoek en zorgplan op basis van de gesignaleerde problemen; na ontslag nemen de wijkverpleegkundige en de fysiotherapeut die zorg over. Voor het onderzoek zijn de professionals getraind in het verlenen van de juiste zorg voor deze patiëntengroep aan huis. Het onderzoek startte in zes ziekenhuizen in Amsterdam en het Gooi.

Instrumenten

Uiteindelijk deden 306 patiënten mee. Verweij: “De ene helft kreeg de interventie, de andere helft ’normale’ zorg. Wijkverpleegkundigen waren erg enthousiast over het programma; fysiotherapeuten ook, hoewel het voor hen een heel nieuwe werkwijze was.” Toch bleek de interventie in de gehele onderzoekspopulatie geen duidelijke verbetering op te leveren in het aantal heropnames en in vroegtijdig overlijden. Verweij heeft wel een vermoeden hoe dat komt: “Voor het selecteren van patiënten maakten we gebruik van het VMS-instrument dat het risico op functieverlies in kaart brengt: de kans op delier, vallen, ondervoeding en de zelfredzaamheid in het dagelijks leven.”

Het VMS-instrument blijkt oudere hartpatiënten met een hoog risico niet goed te herkennen. “We vermoeden daarom dat we met een te kwetsbare, palliatieve doelgroep hebben gewerkt: mensen voor wie een dergelijke intensieve revalidatie-interventie niet veel meer oplevert. Een belangrijke aanbeveling voor vervolgonderzoek is dan ook om een instrument te ontwerpen en te valideren dat beter in staat is om kwetsbare patiënten met revalidatiepotentieel te identificeren. Daarmee bepaal je vervolgens wie een goede kandidaat is voor de Cardiologische Zorgbrug.”

Urgentie

Hoewel dit onderzoek dus geen direct bewijs opleverde dat de Cardiologische Zorgbruginterventie werkt, waren wijkverpleegkundigen en cardiologen erg enthousiast – een beetje te, misschien. Verweij: “Al tijdens het onderzoek zijn wijkverpleegkundigen zelf aan de slag gegaan met een soortgelijke interventie bij patiënten uit onze regio. Jammer genoeg waren dat patiënten die onze controlegroep vormden, die dus eigenlijk ’normale’ zorg kregen. We hebben het onderzoek daarom voortijdig moeten stoppen. We hadden gelukkig voldoende data om een sterke statistisch onderbouwde conclusie te kunnen trekken. Mooi om te zien dat de praktijk zo veel urgentie voelt voor begeleiding van deze groep patiënten.”

Het onderzoek werd gefinancierd vanuit het programma Tussen Weten en Doen 2 van ZonMw. Lotte Verweij ontving een NWO-promotiebeurs voor docenten. Na de zomer verlaat Verweij de HvA om in haar woonplaats Zürich (Zwitserland) aan de slag te gaan als postdoc aan de faculteit Klinische Verplegingswetenschappen van de Universität Zürich. De promotie van Lotte Verweij vindt plaats op 8 juli. Promotoren zijn prof. dr. Wilma Scholte op Reimer (Amsterdam UMC) en prof. dr. Ron Peters (Amsterdam UMC). Copromotoren zijn prof. dr. Bianca Buurman (Amsterdam UMC en HvA) en dr. Corine Latour (HvA).