Creatief methode-onderzoek activeert ouderen tijdens corona

21 jun 2021 16:40 | Urban Vitality

Voldoende bewegen in de verschillende lockdowns tijdens de coronapandemie. Voor velen een uitdaging. Zeker voor kwetsbaren en ouderen. Vanuit het project BAAT: Bewegen op maat – Creatief behoefteonderzoek en Co-Well: Co-Creatie op afstand, analyseerden onderzoekers van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) de bewegingsbehoeften van ouderen tijdens de coronapandemie. De focus van het project - passend bij onderzoeksprogramma Mensen In Beweging (MIB) van CoE Urban Vitality – lag niet alleen op beweging, maar ook op het toepassen van slimme technologie en mentaal welzijn.

‘Ons onderzoek startte in februari 2020’, vertelt Berber Nauta, docent-onderzoeker bij de HvA-opleiding Oefentherapie. ‘Om vitaal te blijven, hebben ouderen lichaamsbeweging nodig. Hoe ondersteun je hen hierin met (slimme) technologie? Waar hebben zij behoefte aan? En hoe kunnen therapeuten hierop aansluiten?’

‘Op de dag dat de eerste lockdown startte, hadden we net onze eerste creatieve sessie voorbereid’, vult Marije Kanis aan. Kanis is senior-onderzoeker en afstudeerdocent bij de HvA-opleiding Communication and Multimedia Design (CMD). ‘Normaliter ga je samen met ouderen om de tafel. Je demonstreert ze technologie. Ouderen proberen dingen uit en inspireren elkaar. Omdat dit niet kon, hadden we een nieuwe onderzoeksmethode nodig. Daarbij veranderde onze onderzoeksvraag: hoe bewegen ouderen tijdens corona en wat hebben zij nodig aan digitale ondersteuning?

Berber Nauta

One week in the life of…

Kanis: ‘Omdat we niet bijeen mochten komen, startten we met een online vragenlijst. Zo ontdekten we dat ouderen het lastig vonden om zich een beeld te vormen over de mogelijkheden van technologie. Helemaal op afstand. Ze hadden te weinig aanknopingspunten.’ Nauta vult aan: 'Op de vraag welke technologie zij kunnen inzetten voor bewegen op maat, kregen we vaak geen antwoord of de feedback dat ze er geen behoefte aan hadden. Vervolgens schreven ze dolenthousiast over hun stappenteller.’

Kanis: ‘Om een nieuwe onderzoeksmethode te ontwikkelen, zochten we de samenwerking op met studenten van de HvA-minor Designing User Research. Samen ontwikkelden we een toolkit. Een pakketje genaamd ‘One week in the life of…’. Het bestond uit een activiteitendagboek, activiteitenkaartjes en een fitnessband. Daarnaast bevatte het pakketje een folder met tips en tricks over bewegen in combinatie met (slimme) technologie én over bewegen met de fitnessband. We stuurden de toolkit naar 20 ouderen en kregen het ingevulde dagboek en de activiteitenkaartjes van 15 deelnemers retour.’

Marije Kanis

Salsa na de afwas

‘Het dagboek mochten ouderen een week lang invullen’, vervolgt Nauta. We vroegen bijvoorbeeld naar een rapportcijfer voor hun humeur en naar hun plannen voor de dag. Aan het einde van elke dag konden mensen aangeven wat er wel en niet gelukt was. Op iedere spread stond een opdracht. Bijvoorbeeld om een collage te maken over de plek waar deelnemers graag bewegen. Daarnaast mochten ze met een tekening laten zien hoe zij zich fysiek voelden. Zo zagen we bijvoorbeeld dat ouderen graag de natuur opzoeken en, veel meer dan wij dachten, bezig zijn met hun mentale gesteldheid.’

De activiteitenkaartjes waren bedoeld om te ontdekken welke activiteiten ouderen ondernemen. ‘Op de voorkant vulden deelnemers het soort activiteit in en het tijdstip. Op de achterkant beantwoordden zij vragen als: hoe vrolijk werd je ervan? Op één van de kaartjes lazen we bijvoorbeeld dat een echtpaar ’s avonds na de afwas de salsa danste in de keuken en daar enorm van genoot.’

Van Nederland in beweging tot YouTube

De gebruikte onderzoeksmethode bleek een inspirerende voor ouderen. Kanis: ‘We prikkelden de ouderen veel meer om zelf aan de slag te gaan en na te denken over manieren waarop zij bewegen. En waar ligt hun behoefte op het gebied van (slimme) technologie en ondersteuning? We zagen bijvoorbeeld dat veel ouderen naar buiten trokken. Fietsen en wandelen.’

Nauta: ‘Onze deelnemers maakten - door onze tips - veel gebruik van de mogelijkheden om online of voor de televisie te bewegen. Bijvoorbeeld via een tv-programma als Nederland in Beweging!. Ook was er een dame die op YouTube zocht naar filmpjes over haar hobby: linedancing. Ze stond een dag lang te dansen in haar woonkamer.’ Kanis: ‘Ouderen werden zich enorm bewust van hun eigen beweeggedrag en digitale opties. Sommigen waren verrast over hun activiteit. Anderen zagen dat ze er iets meer op mogen focussen. De fitnessband wilden veel deelnemers graag blijven gebruiken.’

Studentenprojecten en artikelen

Meerwaarde van het onderzoek vinden Kanis en Nauta ook dat er diverse studenten meewerkten. Uit de minor Designing User Research, de minor Zorgtechnologie en de opleiding Enterprise Web Application. Kanis: ‘Samen met studenten uit de minor Zorgtechnologie evalueerden we bijvoorbeeld de toolkit onder professionals. We ontdekten dat zorgprofessionals vooral meerwaarde zien in de zelfreflectie bij een cliënt en het kunnen inspelen op de dagelijkse, persoonlijke behoeftes.’

Naast hun onderzoeksmateriaal, publiceerden beide onderzoekers artikelen over hun bevindingen (zie onderstaande links). Wat ze het meest bijzonder vonden aan het hele proces? Nauta: ‘Ik vond het een feestje om alle persoonlijke dagboekjes te mogen openen.’ Kanis vond het creatief innoveren op afstand heel waardevol. ‘In tijden van lockdown ben je afgesloten van alles en iedereen. Als je deelnemers dan toch zó kunt activeren, is dat heel mooi.’

Financiering en gelden

Het onderzoek viel in eerste instantie onder het project BAAT: Creatief behoefte-onderzoek voor Bewegen op Maat (gesubsidieerd onder de zaaigelden) van het Centre of Expertise Urban Vitality.

Het is verder versterkt en doorgewerkt in het project Co-Well : Co-Creatie voor welzijn op afstand (gesubsidieerd onder de zaaigelden) van het Centre of Expertise Creative Innovation.

Tevens sluit het thematisch aan bij het SPRONG onderzoeksprogramma Mensen In Beweging (MIB), dat in samenwerking met verschillende faculteiten en partners onderzoek doet naar hoe creatieve technologie en methodes fysiek welzijn kan ondersteunen.