1,5 meter-samenleving: goed gedrag komt niet vanzelf

HvA-lector Lea den Broeder gevraagd voor Corona Gedragsunit

15 mei 2020 10:49 | Urban Vitality

Lea den Broeder, HvA-lector en senior-onderzoeker bij RIVM, treedt toe tot de Corona Gedragsunit van het RIVM. Deze groep adviseert over wat burgers helpt om ‘het nieuwe normaal’ vol te houden, vanuit gedragswetenschappelijke hoek. “Ook de omgeving moeten we aanpassen, zodat ouderen niet bij elke wandeling in de heg hoeven te duiken.”

“Het is voor iedereen een opgave”, zegt Lea den Broeder over de richtlijnen die we allemaal proberen te volgen. Bepaalde maatregelen vinden we met name lastig om consequent vol te houden, blijkt uit de enquête die het RIVM samen met GGD’en onlangs afnam onder ruim 90.000 Nederlanders . Een van de grootste uitdagingen blijkt 1,5 meter afstand houden buiten de deur, met name in de supermarkt. Wat mensen ook vergeten: handen wassen vóórdat je de deur uitgaat of na het snuiten van je neus. En inmiddels stromen ook stadsparken weer vol; mensen willen wat ‘lucht’ in de lockdown.

Intrinsieke drive

“Die verslapping zie je bij alle gedrag waarbij je geen intrinsieke drive hebt”, legt HvA-lector Gezondheid en Omgeving Lea den Broeder uit. “Het is lastig om discipline te blijven opbrengen wanneer je er geen persoonlijk doel mee hebt. Maar een opvlamming van het virus is nog minder wenselijk. Daarom is ook gedragswetenschappelijke kennis nodig, over factoren waardoor mensen het nieuwe normaal makkelijker kunnen volhouden.” Vandaar de Corona Gedragsunit, waarbij ook HvA-lector Reint-Jan Renes betrokken is.

Vakken op de stoep

Als lector Gezondheid en Omgeving onderzoekt Den Broeder al langer hoe de openbare ruimte zo kan worden aangepast, dat burgers gezonder gedrag gaan vertonen. Bijvoorbeeld in de nieuwe wijk Bajes Kwartier : groene en toegankelijke ruimte buiten geeft mensen – haast onbewust- een zetje om buiten meer te bewegen. Nudging moet ook worden ingezet om gezond gedrag in coronatijd te stimuleren, zoals afstand houden, zegt Den Broeder. Zo worden mensen beter gefaciliteerd in het volhouden van de maatregelen.

“Neem bijvoorbeeld de vakken die op de stoep zijn gemarkeerd met krijt of tape; hier ga je haast automatisch in staan. Dat is een simpele vorm van nudging. Daarnaast maken steden als Amsterdam nu ook ruimer baan voor fietsers en voetgangers, door de infrastructuur aan te passen. Er is hier nu eenmaal veel bebouwing en maar weinig vierkante meters per persoon, dus we moeten de ruimte optimaal indelen. Dat is een uitdaging.”

Niet alleen fietspaden aanleggen

Tegelijk is alleen nudging bij lange na niet genoeg om gedragspatronen duurzaam te veranderen, zegt Den Broeder. “Een goed voorbeeld is wat lector Mirka Janssen doet: zij bedacht een methode waardoor de schaarse ruimte op het schoolplein zo wordt ingedeeld, dat alle kinderen meer ruimte krijgen en beter bewegen. Dit is niet alleen een kwestie van vakken aanbrengen op het schoolplein; er zit een heel programma omheen, inclusief trainingen."

Neem bijvoorbeeld het fietsgedrag van Nederlanders: een gezonde gewoonte waarvoor we in de hele wereld bekendstaan. “Dit is niet een genetische afwijking van de Nederlanders”, grapt de lector. “Nee, hier zitten járen van gericht overheidsbeleid achter, in combinatie met een ondersteunende fietsindustrie. Ook rolmodellen speelden mee: zelfs de koningin was op de fiets te zien! Het is dus geen kwestie van alleen fietspaden aanleggen. Gezond gedrag veranderen vraagt een stuk meer dan alleen ingrijpen in de omgeving; je moet mensen in alle opzichten meenemen.”

Citizen science

Het RIVM adviseert dan ook om burgers vooral te betrekken bij het inrichten van de 1,5 meter-samenleving. Den Broeder beaamt dit: “Laat mensen zelf meedenken over het herinrichten van een straat of plein, vaak kennen zij de situatie het beste en hebben ze al slimme ideeën hierover."

Den Broeder doet veel onderzoek samen met burgers (citizen science): door hen in te zetten als mede-onderzoekers, en hen te laten meedenken over wat zij nodig hebben om gezond gedrag te vertonen, versterkt dit hun intrinsieke motivatie.

Drukte in het Westerpark op 5 mei

Alle kennis in Nederland inventariseren

Lea den Broeders taak in de Corona Gedragsunit is om contact te leggen met kennisnetwerken in Nederland, als het gaat om gedragswetenschappelijke kennis rond de coronacrisis. “Er wordt ontzettend veel onderzoek gedaan, met name door universiteiten, maar ook andere partijen, zoals Kiescompas, Motivaction en opiniepeilers. Vandaar dat we vanuit het RIVM een totaalbeeld willen krijgen: wie onderzoekt wat, zodat we alle kennis kunnen verbinden en vergelijken.”

De Corona Gedragsunit van het RIVM wordt geleid door Mariken Leurs, Centrumhoofd Gezondheid en Maatschappij, hoogleraar Marijn de Bruin, en lector Reint Jan Renes .