"Een apparaat uit elkaar halen voor hergebruik is heel kostbaar"

Lector Inge Oskam adviseert het nieuwe kabinet

15 feb 2022 15:14 | Afdeling Communicatie

Het kabinet Rutte-IV is van start. In het regeerakkoord ‘'Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst' worden de ambities uiteengezet. Wat betekent dat voor grote vraagstukken als het klimaat, de toekomst van de coronapandemie en de wooncrisis? Lectoren en onderzoekers van de HvA helpen het kabinet een handje met concrete oplossingen.

“Er komt een ambitieus klimaatdoel voor de circulaire economie en een uitvoeringsprogramma. De overheid neemt hier een voorbeeldrol in. We zorgen voor een betere aansluiting tussen klimaatbeleid, zo valt te lezen in het regeerakkoord. Lector Circulair Ontwerpen & Ondernemen Inge Oskam noemt die tekst een hele mooie ambitie. “Je ziet vaak dat die verschillende transities waar we voor staan – energietransitie, circulaire transitie – los van elkaar gezien worden, terwijl ze heel nadrukkelijk verbonden zijn.”

Zo wordt er volgens Oskam in het gesprek over CO2-reductie nog wel eens voorbijgegaan aan de CO2-impact van productie en transport. “Dat is ook een belangrijke reden om producten langer in de kringloop te houden en goed na te denken over het gebruik van materialen en grondstoffen. Maar dat is niet eenvoudig.”

Het leven van producten verlengen

“Recycling kost bijvoorbeeld heel veel energie,” legt Oskam uit. “Als je vanuit klimaatperspectief gaat kijken, zou het beter zijn om meer de aandacht te leggen op efficiënt gebruik van spullen, zorgen dat producten makkelijker te repareren zijn. Je wilt eigenlijk het leven van producten en onderdelen verlengen.”

Lector Inge Oskam

Juist op het verlengen van die levensduur kan het kabinet invloed uitoefenen, denkt Oskam. “Een belangrijke stap zou kunnen zijn het uitbreiden van de producentenverantwoordelijkheid.” Op dit moment zijn producenten bijvoorbeeld in het geval van accu’s en batterijen al verantwoordelijk voor de inname- en verwerking, maar dat kan volgens de lector worden uitgebreid. “Een apparaat uit elkaar halen voor het hergebruiken van onderdelen en materialen is nu heel kostbaar en weegt vaak niet op tegen het gebruiken van een nieuw materiaal. Als je meer belasting heft op materiaalgebruik in plaats van arbeid kan je dat wellicht ondervangen.”

Een andere mogelijkheid zou uitbreiding van het zogeheten ‘right to repair’ zijn. Op dit moment ben je als consument als je iPhone of wasmachine kapot gaat vaak aangewezen op de fabrikant en is het in veel gevallen goedkoper om een nieuw product aan te schaffen dan om je oude apparaat te laten repareren. “Sommige bedrijven zijn daar inmiddels wel mee bezig, maar organiseren het dan weer zo dat reparatie alleen via hun eigen monteurs kan gebeuren. Op die manier wordt de drempel om te repareren ook weer verhoogd.”