Marloes van Verseveld blikt terug op haar promotie

'Er was veel ruimte om op een positieve manier van gedachten te wisselen'

30 jun 2021 17:00

Op donderdag 24 juni promoveerde Marloes van Verseveld in de Agnietenkapel in Amsterdam op haar proefschrift ‘'Strengthening teachers in their role to identify and address bullying among students in elementary schools'. Vanwege corona was er beperkt publiek aanwezig en was de plechtigheid online te volgen. Marloes blikt terug en deelt met ons de laudatio van haar promotor Ruben Fukkink.

Marloes: ‘Ik was heel blij dat ik een van de gelukkigen was, die weer op locatie -in de Agnietenkapel- met een kleine delegatie mijn proefschrift mocht verdedigen.’
Ze kijkt met een goed gevoel terug. ‘Ik was in de aanloop van de promotie erg nerveus, maar op de dag zelf eigenlijk best kalm. Ik liet het maar over me heen komen. Ik vond de commissie erg vriendelijk en zij gaven mij alle ruimte om op een positieve manier van gedachten te wisselen.’

Veel lof

Marloes: ’Ik ontving veel lof over het gedane werk en de bijdrage aan de wetenschap en ook kritische vragen over wat het onderzoek betekent voor de praktijk. Ik had veel meer technische onderzoeksvragen verwacht, maar het ging vooral over de implicaties voor de praktijk. Dat vond ik erg mooi, omdat dat ook het doel is van praktijkgericht onderzoek: wat heeft de leerkracht en de leerling eraan?’

'Het onderzoek laat zien dat anti-pestprogramma’s leerkrachten versterkt in hun rol om pesten beter te signaleren en aan te pakken. Ook laat het onderzoek zien dat binnen een schoolbreed anti-pestbeleid de lessenserie een belangrijk onderdeel is: je moet zowel de leerling als de leerkracht versterken om pestgedrag effectief te verminderen.’

‘Hoe werkt het en waarom?’

Marloes was al onderzoeker bij de HvA voordat ze ging promoveren. ‘Ik had daarvoor tijdens mijn studie ook al een onderzoeksstage gedaan. Ik heb praktijkgericht onderzoek altijd interessant gevonden, omdat ik nieuwsgierig ben en omdat het zo relevant is om een goed beleid op te zetten.
Ze vervolgt: ‘Bij onderzoek begint eigenlijk de vraag: hoe werkt het en waarom? En wat is effectief en waar zouden we in moeten investeren op het gebied van onderwijs en opvoeding? Toen ik mee mocht schrijven aan het voorstel voor het onderzoeksproject waar mijn promotie onderdeel van is, was ik dan ook erg blij.’

Relevant onderwerp

‘Dit onderwerp is ontzettend relevant en belangrijk. Pesten kan hele ernstige en langdurige gevolgen hebben, terwijl het sociaal gedrag is wat we kunnen bijsturen. De rol van de leerkracht hierin was erg onderbelicht en ik had heel veel zin en motivatie om een aantal jaar in dit onderwerp te duiken. Ik vond het interessant om te weten welke mechanismen een rol spelen bij pestgedrag en bij het al dan niet ingrijpen van leerkrachten. Ook vond ik het heel leuk dat het zo praktisch opgezet was. Hoe giet je deze kennis in een interventie en werkt het vervolgens? Omdat het zo’n groot project was hadden we de mogelijkheid om dat echt grondig met een experiment te onderzoeken: echt een hele mooie kans voor een onderzoeker! Je kunt daarna echt iets zeggen over de effectiviteit van een interventie.’

‘Het waren twee emotionele momenten’

Twee momenten van de plechtigheid zijn Marloes goed bijgebleven. ‘De laudatio van mijn promotor Ruben Fukkink en het moment waarop mijn co-promotor Minne Fekkes mij de bul overhandigt.
Ik vond het beiden een emotioneel moment. Juist omdat je jarenlang zo intensief hebt samenwerkt en dat eindigt dan in zo’n officieel moment’.'

Op de vraag of Marloes achteraf gezien nog wat veranderd zou hebben in haar aanpak of verdediging antwoordt ze: ‘Nee hoor, ik ben tevreden en trots op hoe het allemaal gegaan is. Maar ik zou wel nog wat steviger antwoord hebben willen geven op een aantal vragen. Ik kan soms erg onzeker zijn over mijn gedane werk en dat hoor je dan terug in hoe je antwoord geeft. Ik denk dat dat niet altijd nodig is.’

Marloes van Verseveld met de commissie. (2e en 3e van links: prof. dr. M. (Minne) Fekkes en prof. dr. R.G. (Ruben) Fukkink. Rechts van Marloes: prof.dr. R. (Ron) Oostdam.

In het zonnetje

Na de plechtigheid werd Marloes letterlijk in het zonnetje gezet. ‘Gelukkig was het mogelijk om met mijn familie, vrienden en promotoren te proosten op een zonnig terras. Ik kreeg allemaal lieve cadeaus en lieve woorden. Het was een heel fijne en feestelijke middag. Daarna zijn we nog met een kleine groep gaan eten om het af te sluiten.'

Tip voor toekomstige promovendi

Marloes heeft nog een tip voor toekomstige promovendi: ‘Vraag om hulp en deel kennis en praktische zaken. Er komt veel kijken bij een promotietraject, zeker naast andere projecten of een docentschap.
Ik had veel aan (praktische) steun van mijn collega’s, co-promotor en promotoren. Iedereen is druk, dus je voelt je misschien bezwaard, maar als we dat allemaal doen, hoeft niemand het wiel opnieuw uit te vinden.’

Nieuw avontuur in Noorwegen

Marloes begint straks aan een nieuw onderzoeksavontuur buiten de HvA. Marloes: ’In augustus ga ik naar Noorwegen voor een postdoc bij de NTNU (Norwegian University of Science and Technology) in Trondheim. Ik ga onderzoeken hoe de fysieke schoolomgeving invloed heeft op het leren en welbevinden van leerlingen in het voortgezet onderwijs en hoe ‘de school van morgen’ eruit zou moeten zien.’
Het afscheid van de HvA voelt wel dubbel. ’Ik heb in totaal zeven jaar met veel plezier gewerkt bij de HvA, dus het is niet leuk om afscheid te moeten nemen van alle collega’s.’ Ze vervolgt: ‘Maar ik kijk natuurlijk ook uit naar dit nieuwe avontuur. En naast mijn onderzoek hoop ik genoeg tijd over te houden om het land goed te leren kennen, de natuur in te trekken en de Noorse taal machtig te worden. Ik heb er heel veel zin in!.’

Eén ding is vandaag zeker: er staat een echte onderzoeker voor ons. Je hebt de titel meer dan verdiend, omdat je ongelooflijk hard hebt gewerkt, niets uit de weg bent gegaan en alles hebt overwonnen.
Dat heeft een proefschrift opgeleverd met studies die al zijn gepubliceerd in fraaie tijdschriften en die ook al worden geciteerd.

Aan jou, de mensen in deze kapel en iedereen die online deze plechtigheid bijwoont, wil ik iets vertellen over de bijzondere plek waar wij nu staan. We staan vandaag in de Agnietenkapel, waar de UvA – wellicht bekend – ooit begon met colleges van Barlaeus en Vossius. Maar wat misschien niet iedereen weet: 100 jaar geleden zat in deze kapel ook een lagere school. Misschien liep er hier toen wel een leerling rond die zijn medeleerlingen pestte. En misschien was er hier ook een verdediger. Hier heeft vast een juf of meester rondgelopen met een kweekschooldiploma die zich afvroeg hoe ze voor alle leerlingen een veilige klas kon maken. Deze leerkracht in de klas is jarenlang jouw onderwerp en motivatie geweest. Het is daarom passend dat we vandaag, na een mooi promotietraject, eindigen op deze plek die onderwijs en wetenschap verbindt, en die de UvA met de basisschool verbindt.

Jouw promotieproject is, ook vóór vandaag, niet onopgemerkt gebleven. Jij hebt met jouw onderzoek de landelijke NRO-Verbindingsprijs gewonnen, een blijk van erkenning voor de betekenis van jouw onderzoek voor de praktijk. Dat is belangrijk, want we willen vanuit wetenschappelijk onderzoek de praktijk graag helpen bij een taai probleem. Dat heb je gedaan met het vernieuwde Prima-programma van VeiligheidNL, dat jij hebt onderzocht èn verbeterd. Dit programma wordt nu gebruikt door honderden leerkrachten en bereikt zo’n 12.000 leerlingen. Ook als we ‘slechts’ de 3000 leerlingen uit jouw onderzoek hadden uitgenodigd, dan had dit nog steeds – met of zonder corona-maatregelen – niet gepast in deze knusse kapel.

En je hebt nòg een prijs gewonnen: je hebt dit jaar de tweede prijs in de wacht gesleept bij de HvA Research Award. Een knappe prestatie! Jaarlijks publiceert de HvA 600 onderzoeken en jij werd in dat veld nr. 2, hoewel je voor ons natuurlijk de onbetwiste nr. 1 was.

Je hebt je promotie gedaan bij de HvA maar ook bij de UvA. Net als op de HvA was je een vertrouwd gezicht en een echte collega. De term ‘buitenpromovendus’ klinkt veels te afstandelijk en ik zag een andere benaming:
je werd de ‘bonuspromovendus’ genoemd. Bonus in de zin van: een kind dat niet gepland was maar met wie je extra blij bent.

En je hebt ook je plekje weten te vinden bij de warme collega’s van de faculteit Beweging, Sport en Voeding.

Ondertussen werkte je voor, tijdens en na het proefschrift op meerdere projecten binnen ons kenniscentrum. En dat heeft ook weer internationale publicaties opgeleverd. Jij en ik hebben al veel geslaagde projecten achter de rug – het proefschrift was er daar één van – en alles is afgerond met een publicatie.

Ondanks dat je op meerdere plekken gelauwerd bent en sowieso wordt gewaardeerd, ben je erg bescheiden gebleven. Anders dan vandaag bij de verdediging van je proefschrift voer je niet zo vaak het woord en zeker niet zo lang. Jij spreekt vaak niet met woorden, maar met daden.

Je zegt vaak kort iets, soms verontschuldig je je zelfs. 'Sorry' zeg je dan. Tussen al het harde werken door zeg je dat woordje vaak: ‘Sorry, dat het nog niet af is’ en ‘Sorry, ik moet dat nog doen’. Mensen die jou goed kennen, weten dat als je iets zegt – kort of zacht – dat we dan heel goed moeten luisteren naar je.

‘Sorry’ was toevallig ook het allereerste woord dat je tegen Ron en mij zei. Ron en ik herinneren ons nog hoe je op een dag ons werkende leven binnenliep. Ons Kenniscentrum had een vacature voor een junioronderzoeker. De laatste kandidaat nr. 4 – een zekere Marloes van Verseveld – was toch wel erg laat. Net toen Ron en ik bespraken of we nr. 1, 2 of 3 zouden kiezen kwam nr. 4 binnen. Een beetje verlegen. Je zei ‘sorry’. En daarna zei je: ik wil hier graag als junioronderzoeker beginnen, maar alleen als ik dan kan promoveren. Ron en ik namen je direct aan. We hadden kennisgemaakt met iemand die zich erg bezwaard voelde maar ook in dat ongemakkelijke moment niet haar ambities vergat. Je was direct een ambitieuze onderzoeker.

Iets later werkten we samen aan een grote RAAK PRO-aanvraag. Minne Fekkes hielp mee vanuit TNO en jij en Minne hadden direct een klik met elkaar. We zagen dat je het mooi vond om zelf mee te denken, je staat open voor ideeën van anderen, maar had zelf ook goede ideeën. Die aanvraag, waar jij volop aan hebt meegeschreven, werd toegekend. Het gekke was: jij zei daarna ‘Sorry, maar ik wil nog één nacht nadenken of ik wel wil promoveren op dit onderwerp.’ Ja, zei je de dag daarna, en jij hebt dus zelf de basis gelegd voor je eigen proefschrift.

Je kan heel hard werken, één anekdote illustreert dit aardig. Op een dag kreeg Minne een lange tekst van jou. Hij wist niet wat hij las. Art-1 kon het niet zijn, maar het was zeker niet art-2. De titel was immers anders, de abstract, de inleiding, alles, elke zin was anders. Was je al begonnen aan art-3? Minne belde maar eens op: ‘Marloes, wat zit ik hier nu te lezen?’ Jij antwoordde: ‘Nee Minne, dit is gewoon art-2. Maar ik heb alles anders opgeschreven.’ Jij legde het uit aan Minne: wij konden dan beide versies naast elkaar leggen en een keuze maken voor één versie. Wij leerden zo dat we jouw energie soms nog moesten richten en dat je als onderzoeker overzicht moet bewaren en efficiënt keuzes moet durven te maken.

Beste Marloes - Ron, Minne en ik zagen je groeien als promovendus, als onderzoeker, als collega, als expert. Je ontwikkelde ook met elk van ons een bijzondere relatie en we hebben elke dag heel prettig samengewerkt.
Ik zeg daarom graag namens ons allen dat we heel trots op je zijn. En we vinden het heel bijzonder dat “onze” promovendus bij de NRO, bij de HvA, en vandaag bij de UvA het zo goed doet.

Tot slot

Marloes, ik wil jou feliciteren en hoop dat je moeder meegeniet, je opa en oma, je vriend Erik, de paranimfen Eline en Annika en Erna en Simone èn alle andere mensen die vandaag online bij ons zijn.

Vandaag sta je – op ruim 1,5 meter – nog heel dichtbij ons in deze knusse kapel in Amsterdam. Nu corona langzaam verdwijnt, verheugden wij ons dat we iedereen binnenkort weer kunnen zien in Amsterdam.
Maar: terwijl je hier staat, heb je de koffers net gepakt. Je gaat de HvA, de UvA, Amsterdam en Nederland verlaten. Samen met jouw Erik ga je naar het hoge noorden, naar Trondheim, waar je aan de slag gaat als post-doc onderzoeker.

Jij hebt aan Ron voorzichtig gevraagd of er eventueel samenwerking mogelijk is tussen het instituut in Trondheim en de HvA.

Jij hebt bij Minne gepolst of er eventueel nog samenwerking mogelijk is tussen Trondheim en de UvA.

Je hebt aan mij gevraagd of ik als “mentor” nog even in de buurt wil blijven, ook als je in Noorwegen bent.

Met het antwoord op deze vraag wil ik deze laudatio eindigen.

Tsja, Marloes, je bent gepromoveerd en – sorry – na vandaag zijn wij formeel klaar met elkaar. Jíj wilde weg. Jíj gaf je vaste baan bij de HvA op. Tsja, dan moet je ook de consequenties dragen!

… Maar … het kan wel heel erg koud zijn in Trondheim. De Noorse seizoenen: het is altijd winter. Bij ontbijt, lunch en diner: er is altijd weer die zalm. Is er meer te zeggen over Noorwegen? Ja, het schilderij De Schreeuw komt daar vandaan.

Marloes, pas je op voor de diepe fjorden? Zul je niet verdwalen in de donkere bossen? En red jij je wel – met Erik de Noorman, maar zonder je begeleiders – daar in het hoge Noorden?

Namens Ron, Minne en mij zeg ik vandaag dat wij je graag blijven volgen en dat wij er voor je zullen zijn.

En voor de Noorse collega’s zeg ik nog tot slot: Vær så snill – ta godt vare på Marloes! [pas alsjeblieft goed op Marloes]

(spreek uit: Wa ze snill – tao kod waare po Marloes)

Prof. dr. R.G. (Ruben) Fukkink