Een nieuwe opsporingstechniek voor DNA in vingersporen

Door: Jeanine Joling & Peter Wielinga
Gepost op: 12 nov 2019 | ICT Services

Het DNA-afstudeeratelier van de opleiding Forensisch Onderzoek heeft twee Grassroots gekregen. Met deze Grassroots zijn spullen aangeschaft voor de ontwikkeling van een nieuwe DNA-visualisatietechniek met uiteindelijk als doel om op de plaats delict (PD) celmateriaal in vingersporen door middel van fluorescentie te visualiseren. Iets wat tot nu toe praktisch geheel onmogelijk was.

Een uitvergroot deel van een vingerspoor. De groene fluorescerende stipjes geven de locatie van het DNA in het vingerspoor aan (foto eigen collectie).

Na een aanloopperiode om de nieuwe apparatuur te testen en de methodes om celmateriaal in vingerafdrukken zichtbaar te maken is er inmiddels veel gebeurd. Zes afstudeerders hebben voor hun onderzoek gebruikgemaakt van deze nieuwe techniek. Door het NHnieuws is er een nieuwsreportage over deze veel beloofde techniek gemaakt. Verder zijn er goed bezochte workshops gegeven, waaronder bij de start van het nieuwe HvA-studiejaar als ook bij de start van het nieuwe academisch jaar op de politieacademie. Bovendien is er nog een college op het academisch-cultureel podium Spui 25 gegeven. Verder is er op de HvA-website een mooi informatief verhaal gepubliceerd.

Momenteel staan de nieuwe afstudeerders alweer te trappelen om deze techniek (verder) te mogen doorontwikkelen. Op dit moment in de vorm van een samenwerkingsstage met de politie en een student van onze opleiding Forensisch Onderzoek.

Studenten aan het werk

Studenten van de opleiding Forensisch Onderzoek aan het werk in het DNA-afstudeeratelier (foto eigen collectie)

Naast onderzoek naar de optimalisatie van de vingerafdrukvisualisatie-omstandigheden hebben de studenten stappen gezet met het kwantificeren van de fluorescentiebeelden. Zowel met de meegeleverde DinoCapture 2.0 software, die de optie heeft om zelf Add-on modules te schrijven en die we graag in de toekomst verder willen ontwikkelen, als ook met behulp van ImageJ en de ‘image processing package’ van Fiji. Met behulp van deze software is het mogelijk de digitale beelden te vertalen in kwantitatieve waarden om zo objectief met de onderzoeksresultaten om te gaan, met het idee om zo het onderzoek op plaats delict nog effectiever te kunnen uitvoeren.

Naast dit onderzoek zijn er voorzichtige eerste stappen gezet om onderzoeksmethoden te ontwikkelen om de apparatuur mobiel in te zetten op een plaats delict. Hiervoor zijn door de studenten verschillende manieren onderzocht om vingersporen fluorescerend te maken. Hierbij is onder andere naar verschillende sporendragers en ondergronden gekeken. Vervolgens is gekeken hoe deze vingersporen het best konden worden verzameld voor verdere analyse in het laboratorium. Met name het aanbrengen van de fluorescerende vloeistof op de vingersporen leverde technische problemen op doordat methodes waarbij de reactieve vloeistof door middel van sprayen werd aangebracht het vingerspoor sterk beïnvloedde en soms totaal verstoorde. Er is uiteindelijk een langzame ‘druppel’ methode ontwikkeld waarbij de sporen intact bleven. Voor het vervolgens verzamelen van het vingerspoor en meten van het ‘geoogste’ materiaal zijn een scala aan verschillende swabs getest. Hiervan bleek een aantal swabs praktisch zeer goed inzetbaar om het materiaal van het vingerspoor op te nemen en vervolgens te detecteren m.b.v. de fluorescentiemicroscoop.

Een swab met vingerspoormateriaal

Een swab waarbij het verzamelde vingerspoormateriaal duidelijk te zien is in de swabkop als de groen fluorescerende kleur (foto eigen collectie).

In vervolgprojecten willen we de detectiemethoden verder (door)ontwikkelen door middel van stageprojecten in het DNA-afstudeeratelier en in samenwerking met verschillende werkveldpartners waaronder de politie. Daarnaast willen we de ontwikkelde onderzoeksmethoden en protocollen gaan herschrijven zodat deze aan het FO-onderwijs kunnen worden toegevoegd. Om zo deze nieuwe ontwikkeling als voorbeeld te nemen van een vernieuwende methode voor het werkveld, één die nu misschien nog in de kinderschoenen staat, maar die over tien jaar mogelijk deel uit maakt van het standaard arsenaal van de forensisch onderzoeker.