Sportkunde
Ilse vertelt over haar keuze voor Sportkunde aan de HvA
Student

'Nergens ligt de focus zo sterk op management en ondernemen als bij Sportkunde in Amsterdam.'
'Hiervoor deed ik de mbo-opleiding manager/ondernemer horeca. Een leuke opleiding en ik heb nog steeds een bijbaantje in de horeca, maar ik zie mezelf over 20 jaar niet meer in de horeca werken. Bij een ander bijbaantje deed ik al wat communicatiewerk voor FC Twente Vrouwen, want ik ben wel handig met social media en vormgeving. Daar werkte ik onder andere samen met jonge talenten en internationals. Ik stond heel dicht op een team dat op het hoogste niveau presteert en dat vond ik heel gaaf. Toen wist ik het zeker: ik wil iets doen met sport.'
Waarom Sportkunde bij de HvA?
'Er zijn 8 sportkunde-opleidingen in Nederland. Mijn broer doet Sportkunde in Nijmegen. Maar nergens ligt de focus zo sterk op management en ondernemen als bij Sportkunde aan de HvA. En omdat ook de richting van evenementenorganisatie me erg aanspreekt, koos ik meteen voor Amsterdam. Ik ben niet eens naar een open dag geweest, ik wist gewoon dat het klopte.'
Hoe is de sfeer bij de opleiding?
'Er is best een leeftijdsverschil. Zelf ben ik 21 en ik heb al een mbo-opleiding afgerond, maar er zijn ook studenten van 17 die net van de havo komen. Tijdens de introductie botste dat nog wel eens. We werden in het begin zelfs wel eens een ‘terrorklas’ genoemd, maar het opleidingsprogramma bracht daar snel verandering in.'
Hoe dan?
'Tijdens de opleiding krijg je onder andere coachlessen. Tijdens zo’n les deden we ‘over de streep’ (red: een werkvorm met als doel om jongeren meer bewust te laten worden van hun gedrag). Er werden een aantal heftige stellingen gebruikt. Soms zelfs over privé kwesties, zoals: ‘ben je wel eens gepest’ of ‘voel je je wel eens eenzaam in de klas?’ Heeft de stelling betrekking op jou, dan loop je over de streep. Voor zo’n les moet je je echt openstellen. En dat kan alleen als er een veilige sfeer is in de klas. Na zo’n coachles ervaar je een heel hecht gevoel in de klas. Een heel ander gevoel dan terror.'
Nog meer ‘sfeerverhogers’?
'De trip naar de Ardennen in blok 1 was een hoogtepunt. Eigenlijk een soort schoolreisje. We sliepen met 6 meiden op een kamer, we deden verschillende outdoor sporten, een Expeditie Robinson spel en we gingen een nacht op bivak. Dan moet je je telefoon inleveren, met een kaart navigeren en je slaapt in een zelfgemaakte tent. Echt een beetje survivallen. Eigenlijk niets voor mij, maar doordat je zo op elkaar bent aangewezen krijg je een hechte band. En omdat het al zo vroeg in het jaar is, zorgt het meteen voor een super goede sfeer in de klas. Nu ik erop terugkijk, vind ik het fantastisch.'
Hoe sportief ben je?
'Ik krijg die vraag vaker en eigenlijk ben ik helemaal niet zo sportief; ik heb een sportschool abonnement. Ik geef wel voetbaltraining aan 2 meidenteams bij AFC Amsterdam. Maar je hoeft ook niet 100 meter in 12 seconde te kunnen lopen om deze opleiding te volgen. Je maakt kennis met verschillende sporten, maar prestaties spelen daarin niet echt een rol. Je moet voldoen aan de competenties van een sportmanager. En er wordt natuurlijk wel verwacht dat je het beste uit jezelf haalt. Alle studenten motiveren elkaar daarin.'
Wat vind je minder leuk aan de opleiding?
'Van martial arts word ik niet meteen heel warm. Sta je daar in je judobroek en zwarte shirt. Maar als de docent vervolgens uitlegt waarom we die sport krijgen, dan zie ik het nut ervan in en wordt het toch weer interessant. Ook minder: de 100% aanwezigheidsplicht. Je moet alle lessen inhalen, zelfs na ziekte. Maar ook daar is een goede reden voor. Iedereen is er (bijna) altijd en dat zorgt voor veel betrokkenheid. De student die daar lak aan heeft, valt echt een beetje buiten de groep.'
Weet je al wat je wil doen na de opleiding?
'Mijn droombaan: teammanager van het Nederlands elftal vrouwen. Mijn hart ligt bij het organiseren en regelen. Misschien een hele grote droom, maar misschien ook niet? Vanaf 1 mei ga ik bij ADO Den haag vrouwen een paar maanden communicatiewerk doen. Bij dat werk ligt niet mijn hart, maar ik pak nu alvast wel mijn kansen.'