Logo Hogeschool van Amsterdam – link naar startpaginaLogo Hogeschool van Amsterdam – link naar startpagina

Studieprogramma

De deeltijdopleiding Leraar Geschiedenis heeft een flexibel studieprogramma.

Het is bijvoorbeeld mogelijk de studie versneld te volgen, afhankelijk van eerder gevolgde opleidingen, je werkervaring en de extra tijd die je kunt investeren. Tijdens de intake bekijk je samen met één van de opleiders hoe jouw studieprogramma eruit komt te zien. Samen stel je een studiecontract op, dat ter goedkeuring wordt voorgelegd  aan de examencommissie.  De feitelijke studieduur verschilt per persoon. In het algemeen ronden studenten de opleiding tussen twee en vier jaar af.

Het studieprogramma rust op drie pijlers: werkplekleren (stage), vakkennis en vakdidactiek, en de professionele ontwikkelingslijn. Deze drie pijlers komen in alle fases van de opleiding terug.

Professionele ontwikkelingslijn en werkplekleren

In alle studiejaren ga je aan de slag met je persoonlijke professionele ontwikkeling als docent. Dat begint met het volgen van een brede module Oriëntatie op Onderwijs en Opvoeding. Vervolgens werk je alle studiejaren aan een aantal beroepsproducten. Hiermee oefen je hoe je de (vak-)didactische en pedagogische theorie toepast in de lespraktijk. Met de pedagogische en vakdidactische eindopdrachten toon je je pedagogische en (vak)didactische bekwaamheid en je onderzoekend vermogen aan. In het eindassessment laat je zien dat je je persoonlijke professionele ontwikkeling zichtbaar kunt maken en verantwoorden.

Wanneer je al leraar bent, kun je het werkplekleren uiteraard combineren met je huidige baan. Werk je nog niet in het onderwijs, dan kun je terecht bij een van onze opleidingsscholen. In het eerste jaar loop je tien dagen stage in het tweede semester om te ervaren wat het betekent om voor de klas te staan. In de hogere leerjaren geef je het hele jaar onder begeleiding les.

Vakkennis en vakdidactiek

Bij vakkennis en vakdidactiek krijg je zowel basisvakken waarin het oriënteren op geschiedenis en historisch denken centraal staat, als verdiepende vakken waarin je onderwerpen en thema’s verder uitwerkt. 

Minor en afstuderen

Tijdens je studie kies je een afstudeerrichting: vmbo of havo/vwo.  In het tweede semester van het derde studiejaar kies je verplicht een minor, een studieonderdeel van 30 studiepunten. Met de minor kun je je studie verdiepen of verbreden. Je kunt deze ruimte bijvoorbeeld gebruiken om je te oriënteren op het behalen van een tweede lesbevoegdheid in een ander schoolvak of een doorstroomminor voor een masteropleiding in onderwijs en opvoeding. Het minorenaanbod vind je op de minorensite van de HvA(opent in nieuw venster). Daar vind je ook de voorwaarden voor toelating.

Je rondt de studie af met een LiO-stage (Leraar in Opleiding), waarin je zelfstandig voor de klas staat. Ook  werk je aan je pedagogische en vakdidactische eindopdrachten. Het behalen van de landelijke kennistoets is een voorwaarde om te kunnen afstuderen.

Vanaf 1 juli 2024 vind je in de studiegids het uitgebreide informatie over het nieuwe studieprogramma.

Titel en diploma

Na afronding van de opleiding mag je de titel Bachelor of Education voeren. Je kunt dan aan de slag als tweedegraadsleraar geschiedenis.

Stage
Daag jezelf uit
Hoeveel tijd kost deze opleiding?