Docent in het mbo

Testimonial

Luuk Heideman (23) doet de opleiding Leraar Horeca en Voeding aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Als onderdeel van de opleiding volgt hij de minor Docent in het mbo, een minor die (de naam zegt het al) is gericht op lesgeven in het mbo-onderwijs.

"Het mbo heeft het imago lastig te zijn, maar dat ervaar ik totaal niet zo"

Luuk Heideman - mbo-docent

Eerder ontdekte hij zijn hartstocht voor lesgeven tijdens het begeleiden van stagiairs tijdens zijn mbo-opleiding brood & banket. Nu is hij docent horeca & voeding op een ROC. Met een afgeronde opleiding docent consumptieve technieken heeft Heideman straks een tweedegraads bevoegdheid in handen.

Heideman: ‘Dan mag je lesgeven op praktijkonderwijs, vmbo en mbo. Ik heb bewust voor lesgeven op het mbo gekozen omdat de leerlingen echt voor dit vak hebben gekozen en daarin verder willen. Het mbo heeft het imago lastig te zijn, maar dat ervaar ik totaal niet zo. Ik vind het hartstikke leuk om les te geven, dat doe ik nu tweeënhalf jaar.’

De basis gelegd

Bij de Hogeschool van Amsterdam is een goede basis gelegd voor zijn leraarschap, zegt hij. ‘Aan de HvA heb ik veel persoonlijke aandacht gekregen, omdat het een vrij kleine opleiding is. Dat werkt heel fijn. Verder is er veel aandacht voor zelfreflectie tijdens de opleiding en daar heb ik nog steeds heel veel aan. Ik laat me regelmatig beoordelen door mijn leerlingen. Uiteindelijk gaat het om hen. Daarom probeer ik de stof voor hen aantrekkelijk te maken door theorie aan de praktijk te koppelen. In theorie zijn ze vaak minder geïnteresseerd, de leerlingen werken liever met hun handen. Maar als ze tijdens de praktijklessen zíen wat je eerder hebt uitgelegd, blijft het hangen.’

Voor de klas

Luuk stond op zijn 21e voor de klas voor leerlingen die meestal tussen 16 en de 18 jaar oud zijn. ‘Het voordeel is dat ik dicht bij hen sta en me makkelijk kan verplaatsen in de leerlingen. Maar in het begin moest ik wel even door de fase heen dat zij zich afvroegen wat ik nou méér wist dan zij. Daar ben ik coulant mee omgegaan. Ondertussen deed ik dingen voor die zij nog niet konden of wisten. Zo dwong ik respect af .’

Wat is het mooiste aan zijn vak? Luuk hoeft niet lang na te denken: ‘Je ziet de leerlingen verder komen. Die groei is fantastisch om te zien. Ik had bijvoorbeeld een leerling die geweldig zijn best deed in de les, maar toch waren zijn resultaten slecht. Ik heb hem één op één begeleid om te kijken wat er aan de hand was. Hij had nooit geleerd om te leren. We spraken af dat hij de stof hardop zou lezen en zou inspreken, en het in de trein – hij had een uur reistijd – terug zou luisteren. Van een onvoldoende ging hij ineens naar een ruime voldoende.’

Toekomst

Heideman ziet zijn toekomst voorlopig in het onderwijs. ‘Ik ben nooit uitgeleerd. Nu leer ik heel veel in de dagelijkse praktijk, maar in de toekomst kijk ik verder. Ik ben heel leergierig. Een master? Ja, wie weet.’