Inhoud en werkwijze
De uitgangspunten van de cursus zijn:
- Leerkrachten kunnen hun praktisch-didactisch handelen theoretisch onderbouwen.
- Leerkrachten vergroten hun handelingsrepertoire.
Deelname moet leiden tot meer handelingszekerheid bij de leerkracht.
De cursus bestaat uit 9 bijeenkomsten van 3 uur. Tijdens de bijeenkomsten wordt literatuur verwerkt en staat casuïstiek uit de praktijk centraal. Bij elk thema horen praktijkopdrachten.
Thema’s
- Eerste- en tweedetaalverwerving
- Doelen voor nieuwkomers, intake en toetsing
- Benaderingen en didactische modellen
- Meertaligheid
- Taalaanbod, interactie en buitenschools leren
- Woordenschat
- Mondelinge vaardigheid
- Lezen
- Schrijven
Doelen
- De cursist kent theorieën over (tweede-)taalverwerving en fundeert didactische keuzes op deze theorieën.
- De cursist geeft zijn onderwijs beargumenteerd vorm.
- De cursist zet didactische middelen in ter bevordering van de basisvaardigheden (lezen, luisteren, spreken, schrijven en woordenschat).
- De cursist is kritisch ten aanzien van materialen, toetsen en didactische uitgangspunten.
- De cursist (her)kent struikelblokken in communicatie en weet deze te vermijden/adequaat tegemoet te treden.
- De cursist kan opgedane kennis en vaardigheden vertalen naar de praktijk en collega’s hierin begeleiden en ondersteunen.
Voorwaarden afsluiting
- 80% aanwezigheid
- minimaal 4 praktijkopdrachten zijn aantoonbaar uitgevoerd.
Literatuur
- Kuiken, F. & A. Vermeer (2013). Nederlands als tweede taal in het basisonderwijs. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff.
- Diverse handouts