HvA en Jellinek onderzoeken drugsgebruik in Amsterdams mbo

Jongeren in Amsterdams mbo roken en drinken minder, maar blowen nog steeds fors

27 okt 2022 11:17 | Afdeling Communicatie

Jongeren die een mbo-opleiding volgen in Amsterdam drinken en roken minder in vergelijking met vijf jaar geleden. Het cannabisgebruik is de afgelopen vijf jaar echter niet afgenomen. Dat blijkt uit de jaarlijkse Antenne monitor van de Hogeschool van Amsterdam en Jellinek Preventie, waarin eind 2021 onder andere 1.174 mbo’ers werden bevraagd naar hun middelengebruik.

De helft van de mbo’ers drinkt alcohol (48%). Dit was in 2016 nog 65%. Het valt wel op dat de meesten hun eerste slok alcohol namen toen ze nog minderjarig waren, en dat het drinkgedrag van 16-17-jarigen nauwelijks verschilt van dat van 18-19-jarigen. Dagelijks drinken komt weinig voor; alcohol wordt meestal gereserveerd voor het weekend. Dan wordt met gemiddeld 6 glazen op een dag wel flink gedronken. Een kwart van de huidige drinkers dronk het laatste jaar zelfs zo veel dat hij of zij niet meer kon staan, onwel werd of 'out' ging (tijdelijk het bewustzijn verliezen). Vergeleken met de mbo-survey van 2016 is het percentage mbo’ers dat alcohol drinkt gedaald (waarschijnlijk mede wegens de coronasluiting van het uitgaansleven ten tijde van het onderzoek), maar onder de huidige drinkers komt het riskante ‘out’ gaan door alcohol nog even vaak voor.

Minder rokers maar zorgen over blowers

Ook het tabaksgebruik daalde onder mbo’ers. In 2016 rookte ruim een derde van de mbo’ers (35%); in 2021 rookt bijna een kwart van de mbo-studenten (24%), waarvan circa de helft elke schooldag. 6% Gebruikte het laatste jaar nicotinezakjes/snus. Eén op de vijf mbo’ers gebruikt hasj of wiet (20%), 4% blowt dagelijks en 12% blowde het laatste jaar vlak voor of tijdens schooltijd. Cannabis is bij de mbo’ers ook een van de weinige genotmiddelen die geen daling laten zien ten opzichte van 2016. Dit is zorgelijk aangezien cannabisgebruik de ontwikkeling kan remmen van jongeren in een belangrijke fase van hun leven.

Daling in ander drugsgebruik, met uitzondering van 3-mmc

Vergeleken met vijf jaar geleden zijn er minder lachgasgebruikers onder mbo’ers, maar degenen die wél gebruiken doen dat meer frequent. Het gebruik van ecstasy, amfetamine en cocaïne nam in 2021 af ten opzichte van 2016. 3-MMC is de enige drug die onder de mbo’ers een lichte stijging liet zien (2% ooit gebruikt), wat op zich niet zo vreemd is aangezien het middel in 2016 nog nauwelijks verkrijgbaar was.

Uitgaansleven en corona

Uit interviews met insiders die vertellen over het trendsettende uitgaansleven komen wisselende signalen over de invloed van de coronapandemie op alcoholgebruik: sommigen drinken meer, anderen juist minder, en weer anderen drinken op andere momenten en bij andere gelegenheden. Interesse in tabak, lachgas en exotische nieuwe psychoactieve stoffen lijkt wat te zijn uitgedoofd onder uitgaanders. Na een historische dip in 2020, nam met het opstarten van clubs, festivals en raves de animo voor ecstasy en amfetamine vanaf halverwege 2021 weer toe.

Buurtjongeren

Geïnterviewde professionals rapporteren dat cannabisgebruik bij kwetsbare buurtjongeren is toegenomen als gevolg van de coronapandemie. Ook zien professionals dat het nicotine-houdend snus in opkomst is en wordt er meer dwangmatig gebruik van lachgas gesignaleerd. De groep buurtjongeren die niks met lachgas te maken wil hebben is groter geworden, mede als gevolg van verhalen of voorbeelden in de buurt van jongeren met (ernstige) gezondheidsklachten. Een jonge gebruiker vertelt over lachgas en zijn dilemma:

“Bijna al mijn vrienden hebben klachten: tintelingen, misselijkheid, hoofdpijn of geen gevoel meer in je tenen. Soms neem ik me voor om het niet meer te doen, maar heel mijn omgeving gebruikt lachgas, drinkt en snuift. Als ik dat opgeef, dan mis ik alle pret."

Onderzoek Hogeschool van Amsterdam en Jellinek Preventie

In Antenne Amsterdam wordt sinds 1993 jaarlijks het middelengebruik bij jongeren en jongvolwassenen in de hoofdstad in kaart gebracht. Dit gebeurt op basis van een combinatie van kwalitatieve en kwantitatieve methoden, waaronder interviews met een uitgaanspanel, interviews met professionals die met buurtjongeren werken, en een survey (vragenlijsten) over middelengebruik bij wisselende doelgroepen die eens in de circa vijf jaar wordt herhaald (in 2016 en 2021 waren mbo’ers de doelgroep).

De Antenne monitor wordt uitgevoerd vanuit de Centres of Expertise Urban Vitality en Urban Governance & Social Innovation van de Hogeschool van Amsterdam (HvA), in opdracht van Jellinek Preventie. Ton Nabben, onderzoeker aan de HvA concludeert: “Een constante is dat hypes en trends onderhevig blijven aan de heersende moleculenmode. Naast alcohol en cannabis blijven de klassieke uppers als ecstasy, cocaïne en amfetamine de belangrijkste middelen in uitgaansland, gevolgd door narcosemiddelen, psychedelica en designerdrugs. De algemene ontwikkeling is dat de drugsmarkten in de afgelopen vijfentwintig jaar – mede door de opkomst van internet, mobiele telefonie, sociale media en een groeiend aantal bezorgdiensten – veel gedifferentieerder zijn geworden en vanuit bestrijdingsoogpunt veel meer inzet vergen.”

Jellinek richt zich op het voorkomen van overmatig en riskant gebruik van genotmiddelen, ook op de mbo’s. Om dat te bereiken zet Jellinek in samenwerking met GGD Amsterdam en andere partners in Amsterdam in op een integraal preventieprogramma. Met behulp van de resultaten kunnen professionals gerichte voorlichting en hulpverlening aanbieden die aansluit bij veranderingen in middelengebruik, gebruikspatronen en gebruikersprofielen.