Kansengelijkheid realiseren is voor leraren heel complex

Lector Louise Elffers presenteert boek over kansenongelijkheid in het onderwijs

10 mei 2022 10:04 | Afdeling Communicatie

In Pakhuis de Zwijger presenteert lector Kansrijke Schoolloopbanen in een Diverse Stad Louise Elffers op 16 mei haar nieuwe boek ‘Onderwijs maakt het verschil’. Dat boek bevat ook lessen voor studenten in opleiding tot leerkracht. “Het onderwijs bestrijdt in feite de ongelijkheid die het zelf mede creëert. Het realiseren van kansengelijkheid is voor leraren daarom een hele complexe opdracht.”

“Ik spreek wel eens leraren die zeggen dat ze er echt wakker van liggen dat ze kinderen in groep acht een schooladvies moeten geven. Als je weet hoe bepalend dat advies is en welke bijdrage deze selectie doet aan de ongelijkheid in onze samenleving, dan snap ik dat je je afvraagt: wil ik daarin wel zo’n spilfunctie vervullen?,” vertelt Elffers, die tevens directeur is van het Kenniscentrum Ongelijkheid.

Belemmeren in plaats van stimuleren

In haar nieuwe boek buigt Elffers zich over de kansengelijkheid in het onderwijs. Die discussie is veel breder dan de kwestie van het schooladvies. Het samenspel van vroege selectie, de ongelijke leerkansen in het voortgezet onderwijs, drempels om naar een hoger niveau op te stromen en de lagere verwachtingen die leerkrachten van sommige leerlinggroepen hebben, zorgen samen voor een systeem dat de ontwikkelkansen van sommige kinderen juist belemmert in plaats van stimuleert.

Louise Elffers (foto: Cora Hendriks)

Het is een paradox die Elffers illustreert op de cover van haar boek met de slang die in zijn eigen staart bijt. “Het onderwijs werkt hard aan het verbeteren van de kansen van leerlingen die van huis uit misschien minder input en ondersteuning krijgen. Onderwijs wordt in dat licht ook wel de grote gelijkmaker genoemd. Tegelijkertijd maken we in het onderwijs telkens keuzes die bepaalde groepen tegenhouden, waardoor onderwijs juist een óngelijkmaker wordt.”

“Mensen gaan het onderwijs in om leerlingen te helpen groeien, maar we zien dat Nederlandse leraren opvallend weinig geloof hebben in de groeimogelijkheden, met name van leerlingen die niet uit een hbo/wo-geschoold gezin komen of die niet direct in de route naar het hoger onderwijs instromen.”

Het is een mechanisme dat overigens niet voorbehouden is aan het basis- en voortgezet onderwijs. Ook in het hoger onderwijs is dat mechanisme er. In Pakhuis de Zwijger gaat Elffers onder meer in gesprek met gedragswetenschapper Ans Stouten. “Zij is echt een stapelaar. Ze is begonnen op vmbo-basis en uiteindelijk afgestudeerd aan de universiteit. De verhalen die zij vertelt zijn echt ontluisterend .Bij elke stap kreeg ze te horen: ‘ik denk niet dat jij dat kan’.

Onbedoelde discriminatie

Elffers vraagt zich af hoe selectief het funderend onderwijs eigenlijk zou moeten zijn. “De nadruk op de selectieve functie van het onderwijs staat eigenlijk onze pedagogische opdracht in de weg. We zien dat het onbedoeld leidt tot discriminatie. Leerkrachten zeggen altijd dat ze hun advies heel zorgvuldig en met de beste bedoelingen geven, maar toch worden bepaalde leerlinggroepen bij gelijke prestaties tegengehouden, waar andere worden gestimuleerd.”

“In het Nederlandse onderwijs redeneren we telkens terug naar het niveau waarop iemand ooit begonnen is. Bijvoorbeeld: die hbo-student komt eigenlijk uit het mbo. Er is altijd een soort voorbehoud: je bent geen echte, ik twijfel of je het wel kunt.” Juist ook in de lerarenopleidingen op de Hogeschool van Amsterdam zou het mooi zijn om te reflecteren op deze dynamiek, vindt Elffers. “In het onderwijs willen we iedereen de beste ontwikkelkansen te bieden. We moeten ons daarom steeds afvragen hoe we een speelveld kunnen creëren om dat ook echt mogelijk te maken.”