‘Aanpak van vervuiling door ballastwater schiet tekort’

HvA-onderzoeker publiceert in Nature

16 dec 2016 12:39 | Afdeling Communicatie

Het ballastwater dat grote zeeschepen stabiliseert, veroorzaakt vervuiling van zeeën wereldwijd. In dit ballastwater van schepen zitten niet-inheemse diersoorten en andere organismen, die in een vreemde haven terechtkomen en zo het ecosysteem compleet verstoren. De conventie van de International Maritime Organization (IMO) die dit moet tegengaan, schiet helaas tekort.

Dat concludeert onderzoeker Abdel El Makhloufi van de Hogeschool van Amsterdam samen met een groep internationale onderzoekers in het wetenschappelijke tijdschrift Nature. Hun publicatie in Nature , het meest gelezen wetenschappelijke tijdschrift wereldwijd, komt op een cruciaal moment. De International Maritime Organization (IMO) vergadert deze maand namelijk in Londen over de regels die de vervuiling door de scheepvaart moeten tegengaan.

Met dit artikel willen de onderzoekers onder de aandacht brengen hoezeer ballastwater zeeën wereldwijd vervuilt, en zorgen dat deze urgente kwestie hoger op de agenda van de IMO komt. De onderzoekers benadrukken dat handhaving en wetgeving door organisaties als de IMO versneld en aangescherpt moeten worden. Drastischere maatregelen zijn om het teruglopen van biodiversiteit aan te pakken.

Invasie van 'exoten'

Vervuiling door ballastwater is een mondiaal probleem. Zo'n 90 procent van de internationale handel wordt in schepen vervoerd; maar die nemen in hun ballastwater ook ongewenste passagiers mee, zoals algen, zeedieren en schadelijke bacteriën. Een schip vult de ballasttanks met water in de haven van herkomst, en loost deze miljoenen liters inclusief ‘exotische’ organismen in een totaal ander ecosysteem. In totaal gaat dit om miljarden liters vervuild water per jaar.

Hierdoor ontstaat een invasie van exotische soorten. Op deze manier heeft bijvoorbeeld de Chinese wolhandkrab Europa bereikt, en de Nederlandse en Vlaamse kustgebieden gekoloniseerd. Ook kleinere organismen kunnen ecosystemen compleet verstoren: algen kunnen zeedieren besmetten en drinkwater vervuilen; exotische bacteriën vatten gemakkelijk kiem op een andere plek. Nu de scheepvaart de opgewarmde poolgebieden bereikt, zullen dit soort ‘bio-invasies’ ook oprukken in gebieden die voorheen nog enigszins beschermd bleven.

De Chinese wolhandkrab, een 'invasieve exoot'

Vervuilers bepalen

De IMO-conventie die per september 2017 van kracht wordt, schrijft onder meer voor dat ballastwater niet ongezuiverd mag worden geloosd. Dit is een stap voorwaarts, maar ‘too little, too late’, schrijven de onderzoekers in Nature. Het heeft namelijk 27 jaar geduurd om deze conventie erdoor te krijgen. De welvarende landen, tevens de grootste vervuilers, hebben een zwaardere stem binnen de IMO, omdat zij een grotere vloot hebben. Ontwikkelingslanden ervaren juist de overlast van de vervuiling, maar hun stem telt minder zwaar. De onderzoekers pleiten daarom allereerst voor een eerlijkere en snellere manier van besluitvorming binnen de IMO.

Data-analyse moet beter

De conventie schiet daarnaast tekort, omdat de eisen voor het zuiveren en lozen van ballastwater momenteel per regio verschillen. Er moet een duidelijke, internationale standaard komen. Ook moet data verzameld worden over welke havens en wateren het meest kwetsbaar zijn voor exotische invasies, schrijven de onderzoekers. Zolang hierover weinig bekend is, weet de scheepvaart nog niet in welke apparatuur zij het beste kan investeren; en de apparatuur om het ballastwater voortaan te zuiveren, onder andere met UV-technieken, is erg kostbaar. Bijkomend probleem is dan ook dat ontwikkelingslanden noch over deze technologie, noch over de financiële middelen hiervoor beschikken als de conventie van kracht wordt.

Actiepunten

Onderzoeker Abdel El Makhloufi, senior econoom en onderzoeker bij het onderzoeksprogramma Urban Technology van de HvA, noemt in het artikel vier actiepunten om deze vorm van vervuiling wereldwijd effectiever aan te pakken. Ten eerste moeten dit soort internationale conventies dus sneller en eerlijker tot stand komen. Ten tweede moeten regionale afspraken beter worden gecoördineerd. Zo werkt de EU inmiddels aan gezamenlijke monitoring van vervuiling door de scheepvaart.

Ten derde, schrijft El Makhloufi, moeten marktprikkels als subsidies worden ingevoerd, zodat iniatieven vanuit de markt de ruimte krijgen om het probleem rond ballastwater aan te pakken.

Tot slot moet het monitoren en de analyse van data naar een hoger plan. ‘Je ontsnapt niet aan de ontwikkelingen’, zegt El Makhloufi, ‘Zo zijn er sensoren, die precies kunnen detecteren wat een schip uitstoot of loost, en die defecten in de zuiveringssystemen kunnen gedetecteren.’ Overheden moeten de vervuiling daadwerkelijk gaan monitoren door deze data real time te analyseren. Dat gebeurtnog nauwelijks.

‘De technologische innovaties zijn er‘, zegt El Makhloufi hoopvol. ‘Maar de weg ernaartoe is een lastige. Het is ontzettend ingewikkeld om deze veranderingen door te voeren, in verband met alle verschillende governance- structuren, sterke lobby’s en de verschillende agenda’s van de belanghebbenden.’

Adbel El Makhloufi is verbonden aan het lectoraat Mainport Logistiek en doet onder andere onderzoek naar airport-seaport regio's wereldwijd. Hij is tevens verbonden aan het HvA-onderzoeksprogramma Urban Technology . Hij is gepromoveerd in de economie, maar is op onderzoeksgebied breder geïnteresseerd in ruimtelijke ontwikkeling, duurzaamheid en economische groei.