Kenniscentrum Maatschappij en Recht

Blog 2 - Een dag op de werkvloer in verpleeghuis De Poort

In de instellingen binnen het werkveld van het lectoraat
Gepost op: 20 nov 2018

Medewerkers van lectoraat LZO lopen dit najaar of deze winter allen één of meerdere dagdelen mee in een instelling waar een vorm van langdurige zorg of ondersteuning wordt gegeven. Naast het onderzoek dat zij normaal gesproken uitvoeren op het terrein van langdurige zorg, steken zij nu de handen uit de mouwen op de 'werkvloer' van een organisatie. Zij schrijven over deze ‘praktijkbezoeken’ een blog dat te lezen is op o.a. de website van het lectoraat.

Als ik na een rondleiding langs de woongroepen aan het eind van de ochtend de werkplaats van verpleeghuis de Poort, onderdeel van Amsta, binnenkom, loopt het ochtendprogramma al ten einde. Toch is er nog veel gezellige bedrijvigheid in en om de werkruimte; in de tuin wordt geveegd en eieren geraapt en in de werkplaats zelf wordt de laatste hand gelegd aan kaarsen in de vorm van kerstboompjes. De kaarsen zullen net als de andere spullen die in de werkplaats gemaakt worden, een plek krijgen in de winkel.

De winkel grenst aan de ene kant aan de werkplaats, maar de voordeur grenst aan de straat waardoor er veel aanloop is van buurtbewoners op zoek naar een (klein) cadeautje voor zichzelf of een ander. De kleine winkel staat vol met allerlei vrolijk gekleurde artikelen, die allemaal door de medewerkers van de werkplaats zijn gemaakt. De ruime collectie kleivoorwerpen, valt meteen op. Deze voorwerpen worden gemaakt door een medewerkster die mij graag laat zien aan welke projecten zij momenteel werkt. In de werkplaats heeft zij een aparte hoek waar tientallen werkstukken staan. Sommige zijn al bijna klaar en moeten alleen nog gebakken worden, anderen zijn nog in de ontwerpfase, zoals mevrouw dat noemt. “Soms begin ik aan iets en heb ik nog geen idee wat het gaat worden. Of het blijkt om te vallen in de oven” vertelt ze terwijl ze me een gansje van klei laat zien. Op de vraag of mevrouw ook wel eens zin heeft om iets anders te doen dan kleien zegt ze “nee, zeker niet. Ik vind het heerlijk om met mijn handen bezig te zijn en met kleien weet ik precies wat ik moet doen.”

Mevrouw woont samen met nog zo’n 40 andere bewoners die het syndroom van Korsakov hebben, op een woongroep in het verpleeghuis. Tijdens de lunch vertellen de professionals die werkzaam zijn op een van deze woongroepen dat ze zich wel eens afvragen of dit wel de juiste plek is voor mensen, die vaak nog relatief jong zijn maar in bepaald opzicht wel tegen dezelfde issues aanlopen als de oudere bewoners met geheugenproblemen. Door de manier waarop de zorg en ondersteuning nu is ingericht raken mensen snel gehospitaliseerd en dat maakt het soms moeilijk om (weer) zelfstandig(er) te gaan wonen, aldus een van de woonbegeleiders. Om bij te dragen aan de zelfredzaamheid van bewoners worden er door de professionals van Amsta allerlei activiteiten op de woongroepen ondernomen. Het doel hiervan is om (dagelijkse) vaardigheden (opnieuw) aan te leren. Zo is er onlangs een pilot gestart waarbij bewoners door middel van een app ondersteuning krijgen bij dagelijkse handelingen zoals koken. De professionals zijn hier positief over want zij voorzien dat dit mensen met Korsakov zelfredzamer kan maken en daarmee de stap naar zelfstandigheid makkelijker maakt.

Toch heeft voor een deel van de bewonersgroep het wonen in groepsverband juist een positief effect, vertellen de begeleiders van de woongroep. Rondlopend en meekijkend op de woongroepen kan ik me dat ook goed voorstellen. De ruimtes zijn gezellig ingericht, met grote tafels om samen een spelletje te doen of de krant door te nemen, waardoor je makkelijk aanspraak hebt. “Het is hier gewoon zo gezellig en iedereen is lief en let op me” aldus een van de bewoners. De professionals van de woongroep vertellen tijdens de lunch dat zij vinden dat er per individuele bewoner gekeken moet worden naar diens mogelijkheden om zelfstandig(er) te gaan wonen maar dat dit niet zondermeer het uitgangspunt van zorg en begeleiding zou moeten zijn. Hiermee verlies je immers uit het oog dat sommige bewoners voor lange tijd en wellicht zelf altijd in een instelling zullen blijven wonen. Voor de bewoners voor wie het wonen in een instelling het meest passend is, is het eveneens belangrijk om te kijken hoe zij binnen de setting van het wonen en werken in de instelling, geïncludeerd kunnen worden buiten de muren van het verpleeghuis. Om dit te kunnen bereiken geven de professionals aan dat het belangrijk is na te denken over mogelijkheden om niet alleen de bewoner uit het verpleeghuis te halen, maar het verpleeghuis ook uit de bewoner. Hierin worden al stappen gezet, door bijvoorbeeld bewoners van de Korsakov woongroep gebruik te laten maken van huisarts in de wijk, in plaats van de verpleeghuisarts. Dit vraagt zowel van de bewoners als van de begeleiders een nieuwe manier van denken.

Hiermee lijkt De Poort dan ook een zeer toepasselijke naam voor een woonlocatie die zich wil richten op het openen van de poort; zowel de poort naar de wereld binnen de instelling voor de buurtbewoners, als de poort naar de wijk buiten het verpleeghuis voor haar bewoners.

Blogs en werkveldbezoeken actueel

De werkveldbezoeken passen bij de koerswijziging die het lectoraat eerder deze maand aankondigde: meer aandacht voor mensen die met dementie te kampen hebben, en meer aandacht voor mensen die opgenomen zijn.