Kenniscentrum Maatschappij en Recht

Blog 1 - Vrijwilligerswerk in Verpleeghuis Rosariumhorst

In de instellingen binnen het werkveld van het lectoraat
Gepost op: 30 okt 2018

Medewerkers van lectoraat LZO lopen dit najaar of deze winter allen één of meerdere dagdelen mee in een instelling waar een vorm van langdurige zorg of ondersteuning wordt gegeven. Naast het onderzoek dat zij normaal gesproken uitvoeren op het terrein van langdurige zorg, steken zij nu de handen uit de mouwen op de 'werkvloer' van een organisatie. Zij schrijven over deze ‘praktijkbezoeken’ een blog dat te lezen is op o.a. de website van het lectoraat.

“Waar zijn mijn man en kinderen?” vroeg een bewoonster van het verzorgingshuis mij toen ik maandagavond een kopje thee kwam brengen in haar kamer/appartementje van het verzorgingshuis.

Zij wees naar haar naam op het bordje naast haar voordeur. “Dat ben ik” zei ze, "maar ik woon hier niet".

Zij wees naar de ornamenten in het appartementje. “Die mooie spullen zijn van mij” zei ze, maar ze vroeg mij waarom haar spullen opeens hier in deze kamer staan.

Het was duidelijk; dit voelde niet als haar huis en ook (nog) niet als haar thuis. Ze had geprobeerd om de tafel te dekken voor meerdere personen; voor zichzelf, haar man en kinderen. “Waar zijn zij toch?” vroeg ze mij. Ik keek naar de borduursels aan de muur en probeerde het gesprek te brengen op een ander onderwerp. Met succes, want mevrouw vertelde over het borduursel en wees mij er nog een paar aan. Ik was nog zo bezig met het gesprek en het kopje thee, dat ik niet dacht aan hetgeen mijn collega-vrijwilliger deed. Zij zei vastbesloten: ‘mevrouw, we zullen het hier wat gezelliger maken!’ en ze deed de gordijnen dicht en alle lichten en lampjes aan die ze kon vinden. Toen realiseerde ik mij pas dat toen ik binnen was gekomen enkel de lamp boven het gedekte keukentafeltje aan had gestaan en de rest van de ruimte donker was en inderdaad erg ongezellig. Buiten schemerde het al en de bomen en flats waar de kamer uitzicht op heeft zagen er grijs uit. Met de gordijnen gesloten, vier lampjes aan en een warm kopje thee met speculaas leek het een stuk huiselijker. De eigendommen van mevrouw zagen er nu ook mooier uit, maar het maakte voor haar geen verschil. Niet haar huis, niet haar thuis en niet in gezelschap van haar gezin. Wat naar om zo te starten in je laatste woning! Ik ben benieuwd of ik de komende tijd bij het brengen van de thee kan vaststellen dat zij zich meer thuis gaat voelen, iedere week wat meer.

Een volgende bewoonster voelde zich die zelfde avond een stuk prettiger. Zij wees trots op de enorme hoeveelheid kerstversiering die haar dochter eerder die dag had opgehangen en neergezet. Het was duidelijk dat deze mevrouw de kamer als haar huis en haar thuis beschouwt en zich hier fijn en veilig voelt. Ze lachte toen ik verbaasd vroeg “Oh, nu al kerstversiering? En dat blijft dan nog zo de komende drie maanden?” Zij leek er totaal niet tegenop te zien om drie maanden tussen kerstversiering te leven en eerlijkgezegd leek zij de duur van een tijdbestek van drie maanden niet meer goed in te kunnen schatten. Mevrouw keek tevreden om zich heen naar de nieuw aangebrachte gezelligheid bij haar thuis en zei tegen mij: “nee hoor, niet zó lang! Gewoon voor even, tot kerst voorbij is”.

Het verzorgingshuis waar ik sinds vijf weken eens per week de thee en koffie rondbreng heeft bijna honderd bewoners. Veel van hen zijn vergeetachtig, enigszins verward of zeer verward en dit in verschillende gradaties. Niet iedereen voelt zich goed in een licht verwarde toestand, maar de mevrouw tussen de kerstversiering kon gelukkig toch genieten van iets dat zij uit het verleden herkende als gezellig. De eventuele verwarring over de duur van drie maanden viel totaal in het niet bij de dennentakjes, kerstballen en glimmende engeltjes in haar huis! Ik hoop dat de nieuwe bewoonster binnen een paar weken ook zo tevreden in haar appartementje is.

Blogs en werkveldbezoeken actueel

De werkveldbezoeken passen bij de koerswijziging die het lectoraat eerder deze maand aankondigde: meer aandacht voor mensen die met dementie te kampen hebben, en meer aandacht voor mensen die opgenomen zijn.