Geleyn ontmoet #2

Over positioneren, ‘experiences’ en storytelling

Op woensdag 22 maart zit ik ‘s morgens in het Benno Premselahuis 05A21 bij de module Merkpositionering van de specialisatie Merkenmanagement. Een college voor tweedejaarsstudenten Communicatie, onder leiding van Herman van Tilburg.

We beginnen met een kleine groep van zo’n tien studenten die gedurende het eerste half uur langzaam uitbreidt. Het wordt steeds voller. Herman blikt of bloost er niet van. Ook niet als er na een tijd nog een student binnenkomt die vrolijk roept: ‘Ik had weer vertraging!’ Het is een enthousiaste groep en ik volg het gesprek en de toelichting met grote belangstelling. Steeds rijst bij mij de vraag: ‘Hoe doen wij het als faculteit? Kunnen we de theorie ook op onszelf toepassen?’ Natuurlijk kan dat.

Why, how, what

Communicatie, met positionering als onderdeel, is een vak. Met structuur, onderzoek, best practices en een taal. De taal die daarbij aan invloed wint is die van Simon Sinek met de drieslag: Why, How, What. Sinek als nieuwe stroming na het klassieke marktanalysewerk. Het ervaren van betekenis en doel gaan vooraf aan productcatalogus en afzetkanalen. Uit de woorden van Herman maak ik op dat alle in balans moeten zijn. Voor de faculteit betekent dit dat we de Why van onze faculteit als groep van opleidingen net zo goed moeten duidelijk maken als Hoe we ons werk doen met opleidingen & onderzoek en als het specifieke aanbod, de What.

Een parapludiscipline

Mijn gedachten dwalen af. Als met de omwenteling naar Sinek ook de rol van de 'experience' die je met communicatie wilt bereiken steeds centraler komt te staan, dan wordt het ontwerpen van een experience onderdeel van het vak van de communicatieprofessional. En daar is natuurlijk het raakvlak met mediaproductie. CO en MIC hebben samen wat! Ik word weer helder. Dat CO en MIC iets hebben, hebben ze natuurlijk al langgeleden zelf bedacht en dat ze daarmee allebei vier keer ’goed’ hebben gehaald bij de accreditatie is niet voor niets.

Misschien dat het ontwerpen van ervaringen ook wel iets is waar andere opleidingen zich toe verhouden: CMD? Zeker. AMFI? Natuurlijk. HBO-ICT? Meer en meer. Ik ga hier verder mee aan de slag. Misschien is ‘Experience Design’ een parapludiscipline voor de faculteit.

Samenwerking en wisselwerking

Ondertussen bespreekt Herman met de studenten de Triodos Bank. Mooie positionering met ‘people, planet, profit’. De bespreking komt goed op gang. Studenten hebben duidelijk goed begrip van de onderliggende theorie. Zoals het MDC-model of betekenisladders met zes treden. Herman zet er de sokken in: er komen veel begrippen langs en de studenten worden uitgedaagd om concrete voorbeelden te geven. Door bijvoorbeeld te redeneren vanuit de positie van consumenten.

Tijdens de pauze en na het college praten Herman en ik nog wat door. Hij vertelt over de route om vanuit deze merkonderzoeken ook de slag te maken naar de vormgeving, het ontwerp, van de uitingen. De storytelling en de artefacten die daarbij horen. We hebben het over de rol die het Makers Lab verder kan spelen bij het vertalen van een merkbeeld/identiteit naar producten die de daarbij behorende experience opwekken of representeren. Daar zit toekomst. Onder andere met de design thinking skills die we in de faculteit steeds meer opnemen in het curriculum.

Herman noemt de samenwerking met CMD-studenten, die als onderdeel van hun vrije studiepunten, met Communicatiestudenten werken aan het vormgeven van uitingen. De ervaringen zijn daar heel positief. Het sterkt me in de gedachte dat we met een middel als de 'vrije studiepunten te besteden bij een ander onderdeel van onze faculteit' we studenten verder stimuleren om de toegevoegde waarde van de wisselwerking te zien en daarmee actief om te gaan. Zoals dit ook een afspiegeling is van de werkomgeving waar studenten later stage lopen of hun carrière starten.

Het college was een mooi verjaardagscadeau!

Geleyn

Gepubliceerd door  Faculteit Digitale Media en Creatieve Industrie 19 april 2017