Kenniscentrum Maatschappij en Recht

Blog 3 - Werken op de soepbus van het Leger des Heils

In de instellingen binnen het werkveld van het lectoraat
Gepost op: 11 dec 2018

Medewerkers van lectoraat LZO lopen dit najaar of deze winter allen één of meerdere dagdelen mee in een instelling waar een vorm van langdurige zorg of ondersteuning wordt gegeven. Naast het onderzoek dat zij normaal gesproken uitvoeren op het terrein van langdurige zorg, steken zij nu de handen uit de mouwen op de 'werkvloer' van een organisatie. Zij schrijven over deze ‘praktijkbezoeken’ een blog dat te lezen is op o.a. de website van het lectoraat.

Mee met de soepbus….

Voor ‘mijn’ werkbezoek had ik bedacht dat ik wel eens mee wilde lopen met een activiteit van het Leger des Heils. Dat is nu eenmaal zo’n organisatie die zo’n beetje op alle manieren die je kunt bedenken in aanraking komt met de heel brede range van burgers die om wat voor reden zorg nodig kunnen hebben. Wat mij betreft zou hun slogan ook kunnen zijn: ‘Ons kom je overal tegen en we staan nergens van te kijken’. Toen ik aan een van de medewerkers vroeg of ik een keertje mocht komen kreeg ik terug dat mijn vraag met veel enthousiasme was ontvangen en dat ik heel welkom was op hun ‘soepbus’… Deze bus rijdt, zo leerde ik, op de maan-, woens- en vrijdagen een vaste route om mensen die een belangrijk deel van de dag op straat doorbrengen te voorzien van warm eten, koffie en kleding.

Mij leek dit wel een heel goede manier om eens echt met de praktijk kennis te maken en er werd een afspraak gemaakt voor de laatste week van oktober. Na een heel mooie zomer en warme herfst was dat meteen de eerste week waarin de temperaturen tot (ver) onder de twintig graden gedaald waren. Volgens de weermensen was het nog mild voor de tijd van het jaar, maar in de avond voelde het toch behoorlijk koud aan.

Plaats van samenkomst was de ‘instroomvoorziening’ aan de Zeeburgerdijk, waar ik werd ontvangen in de grote zaal waar ik een bekertje thee kreeg aangeboden. In deze zaal staat, denk ik, de tv vrijwel constant aan en hier en daar zaten ook een paar bewoners naar het scherm te kijken. Al snel kreeg ik gezelschap van de chauffeur van die avond (overdag werkzaam bij het Leger en in de avonduren actief als vrijwilliger) die mij de routine uitlegde. Eerst wordt de auto volgeladen met twee gamellen soep, een ketel koffie en drie bakken brood – deze avond sandwiches kaas… Daarna wordt in de kelder gekeken wat er is aan kleding (sokken, ondergoed, truien) en drogisterij producten als shampoo, scheerspullen en tandpasta. En daarna zouden we op pad gaan: de standaard route is een stopplaats in Amsterdam Noord, daarna een in de buurt van het Centraal Station en tot slot een in buurt van de Scheepvaartmuseum. Tijdens de uitleg schoven ook de andere ‘passagiers’ voor deze avond aan: naast twee medewerkers van het Leger zelf ook de partner van een van hen, die, net als ik, nieuwsgierig was naar hoe het bij het Leger in zijn werk gaat. We hadden het er met ons allen nog even over wat we konden verwachten: veel of weinig belangstellenden nu het nog een paar dagen zou duren voordat de uitkeringen uitbetaald zouden worden, mogelijke onrust op de laatste stopplaats, omdat daar meestal erg veel mensen op af kwamen, de situatie bij het Centraal Station die, in het centrum gelegen, mogelijk meer onbekende gasten aantrekt etc.

Rond kwart over acht waren we klaar met het inladen van de bus en vertrokken we… We moesten vanwege een opgebroken weg wat omrijden en kwamen daardoor wat later op de eerste stopplaats aan dan verwacht. En dat kregen we te horen… Op het pleintje stonden de gasten van die avond al te wachten.. Niet zo’n heel grote groep, die voornamelijk uit mannen bestond. De meerderheid van hen leek me afkomstig uit de Oost-Blok landen en erg jong… Voor hen zal het niet veel uitgemaakt hebben wanneer de uitkeringen uitbetaald zouden worden; ik denk niet dat zij ergens in een Nederlandse systeem voorkomen. Een van de twee vrouwen leek me ook erg jong en zo te ruiken kon voor haar in het oog lopende opgewektheid ook een verklaring in een ruime inname van alcohol gezocht worden. Wat mij wel opviel was dat dit meisje door de aanwezige mannen met een zeker respect werd behandeld.. Sowieso viel het mij op hoe vriendelijk de meeste bezoekers waren en hoe blij met de soep, de koffie – waar per beker wel heeeeel veel suiker in ging – en de appels. Los daarvan was vooral bij de mannen veel vraag naar sokken (als ze tenminste niet te kleurrijk waren) en naar boxershorts (andere modellen onderbroek werden minachtend afgewezen). De enige warme trui die we hadden kunnen meenemen was al snel vergeven, met als gevolg dat we daarna steeds mensen moesten teleurstellen. Al met al was de sfeer op dat moment heel gemoedelijk; mij werd als nieuweling een paar keer op vriendelijke toon uitgelegd waarom er liever een zelf meegebracht bakje met soep gevuld moest worden dan de bakjes uit de bus. De weggooibakjes werden netjes teruggebracht of, zo zag ik, minstens zo netjes in een na bijstaande prullenbak gegooid. Ik wou maar dat de studenten zo netjes waren..

De ervaringen op de twee volgende plekken was in grote lijnen hetzelfde. Op de plaats bij het Centraal Station leerde ik dat wit brood meer in trek is dan bruin, maar dat een mix (een sandwich van wit brood en een van bruinbrood) ook aanlokkelijk is. Op die locatie kwam ook kort nadat wij waren gearriveerd een politiewagen aan. De chauffeur vertelde dat er een vorige keer onrust was geweest, dus het was vast logisch, maar ik voelde me opeens gecontroleerd… Als ik hierop al zo reageer….. Intussen kon ik wel voelen dat het steeds kouder werd en dat mijn voeten, voor de gelegenheid in dikke wollen sokken gestoken, behoorlijk koud werden. De vraag om sokken werd steeds begrijpelijker….

Nadat we een laatste rondje tussen de mannen (er was bij op deze stopplaats geen vrouw komen opdagen) hadden gemaakt vertrokken we dan naar de laatste halte voor deze avond. Hier werd de grootste groep verwacht, maar ook nu was de opkomst relatief beperkt. Wel weer hetzelfde beeld: veel jonge mannen uit (vermoedelijk) Oost Europa, een paar vrouwen (van wie een enkele er opvallend goed gekleed uitzagen) en een paar mannen die zo in een aflevering van Paradijsvogels hadden kunnen figureren. Ook zij stonden te dringen voor de soep en de koffie, waarvoor ze vriendelijk in alle talen ‘dankjewel’ zeiden, en voor sokken en ondergoed. De sokken doos was intussen wel leeg, maar in de box voor de t-shirts vond ik een stapel shirts van een prachtige merinosmenging. Ik weet niet of de mannen en vrouwen bij wie ze terecht kwamen inderdaad wisten dat dat best bijzondere shirts zijn; voor hen was maat belangrijker dan het materiaal… Maar ik was wel blij: deze shirts zijn, zo weet ik uit ervaring, wel lekker warm en ze dragen heerlijk. Toen de magen min of meer gevuld waren kwamen de andere verzoeken: tandpasta, een scheermes, twee flesjes shampoo (‘een voor mijn buurvrouw’).

Ikzelf was intussen behoorlijk verkleumd geraakt, ondanks mijn shirt, trui, jasje én Leger vestje.. Dus ik was wel blij dat we na deze stop terugreden naar de Zeeburgerdijk. Nadat de bus was leeggeruimd en ik het Legervestje weer had ingeleverd heb ik, vol van en dankbaar voor deze ervaringen, afscheid genomen van mijn busgenoten van die avond. Leerzame avond gehad en dat niet alleen; ook respect gekregen voor zowel het Leger als voor de mensen om wie zij bekommeren. Het zijn toch vaker wel dan niet gewoon pechvogels, die ondanks tegenslag en slechte vooruitzichten toch vasthouden aan een goede scheerbeurt, schone tanden en geen rotzooi op straat gooien.

Bij thuiskomst heb ik nog wel snel voor mezelf wat warms klaargemaakt. En een paar dagen later toch maar wat extra sokken naar de kledingcontainer gebracht…

Blogs en werkveldbezoeken actueel

De werkveldbezoeken passen bij de koerswijziging die het lectoraat eerder deze maand aankondigde: meer aandacht voor mensen die met dementie te kampen hebben, en meer aandacht voor mensen die opgenomen zijn.